Tussen Borkel en Schaft, twee kleine vlekjes in Holland, en de Lommelse Colonie, kort bij de Belgische grens, strekt zich een onmetelijke en zeer drassige heidevlakte uit. In het zuiden wordt ze doorkruist door de Dommel. Het is een oord van een schrikaanjagende woestheid. Het doortrekken van deze barre woestenij is voor mij steeds een bron van verschillende ontroeringen en gewaarwordingen. Sommige ogenblikken heb ik het gevoelen dat ik er nooit meer levend zal uitgeraken en dat een verraderlijk moeras mij zal opslorpen. Geen verre toerenklok komt me ter hulp om mij wegwijs te maken. In dit plekje, groots van eenzaamheid, voel ik me klein, beroerd, onmachtig, verloren en vol vrees. Het is slechts na urenlange pogingen, omwegen, heen-en weer gedwaal en valpartijen dat ik uiteindelijk de grond van een minder vijandige heide betreed... En wanneer ik dan eindelijk langs het wankele brugske de Dommel oversteek, voel ik me als een ontsnapte uit deze onherbergzame wildernis.
Dit schreef kunstschilder Charles Wellens in 1911 over het Hageven nauwelijks 100 jaar geleden, onze grootvaders hebben het zo nog gekend.
50 jaar later - in 1961 - schiet er van dit landschap slechts een schaduw over.
De Dommel was enkele jaren eerder rechtgetrokken, moerassen grotendeels gedempt, duinen genivelleerd... De landbouw werd steeds grootschaliger en begon aanspraak te maken op marginale gronden.
Als de gemeente Neerpelt ruim 47 ha duinen met droge en natte heide, met vennen en rietland voor 30 jaar verhuurt aan de Belgische Natuur– en vogelreservaten is het HAGEVEN een feit. Gaston Claassen is de eerste conservator. Hij wordt na zijn overlijden opgevolgd door Hubert Lehaen, die jarenlang alles in het werk stelt om het natuurreservaat uit te breiden. Het Hageven is nu 250 ha groot en vormt samen met de Plateaux, net over de grens, een indrukwekkend natuurgebied van meer dan 600 ha.
De flanken en de toppen van de duinen zijn de droogste gronden van het gebied. Het zand verstuift nu niet meer zoals in vroegere tijden. Buntgras en Ruig Haarmos hebben het zand grotendeels gefixeerd. Met sommige beheersmaatregelen proberen we nu opnieuw open zandvlaktes te creëren, goed voor Graafwespen, Tapuit, Korstmossen en Zandloopkevers. Op de droge en natte zandgronden groeit de heide, maar lang niet zo massaal als de bezoeker zou verwachten van een heidereservaat. Grassen zoals Bochtige Smele en Pijpenstrootje eisen de meeste plaats op. Enkel doorgedreven begrazing door Galloway runderen en maaien kan deze grassen in toom houden. Zonder dit beheer zou er binnen decennia geen heide meer staan in het natuurgebied.
Vanaf 2006 werden enkele grootschalige beheerswerken uitgevoerd in kader van het Life project Dommeldal om de heide opnieuw meer kansen te geven. Grote oppervlakten zijn geplagd (wegnemen van de toplaag) met als resultaat een kale, voedselarme bodem waarop de heide opnieuw kan kiemen. Vlindersoorten als de Heivlinder en het Heideblauwtje profiteren van deze uitbreiding in oppervlakte. Ook botanisch interessante soorten van de natte heide kunnen zo hun kans grijpen: Beenbreek, Snavelbies, Klokjesgentiaan en het Gentiaanblauwtje en Zonnedauw.
Als eerste teken van verbossing vind je in het Hageven Gagel. Het bloeit in het voorjaar met de donkerrode opvallend aangenaam geurende katjes. Het Gageleerbier dat u in de Wulp kunt consumeren, heeft dit als ingrediënt i.p.v. Hop.
Bossen zijn in het Hageven schaars. 200 meter oostelijk van de Verkeerde Lieve Heer ligt nog een laatste restant van een bebossingpoging rond 1890. Een perceel met krom gegroeide Grove Den. Op enkele kleinere plekken groeit een broekbos met vooral Wilgen en Elzen. Her en der staan knoestige Berken en Dennen, die het uitgestrekte landschap een wat verweerde indruk geven. In de winter kan je hier soms de Klapekster terugvinden.
Typisch voor het Hageven zijn de talrijke vennen. Het Life-project maakt het financieel mogelijk om een aantal vroeger drooggelegde vennen opnieuw aan te leggen. Dit gebeurde op basis van oude luchtfoto's. Van dit venherstel zullen vele libellensoorten profiteren. In het Hageven Plateaux vind je Kempense Heidelibel, Bandheidelibel, Beekoeverlibel en Bronlibel terug.
In de jaren 50 van de vorige eeuw werd de Dommel rechtgetrokken, om de waterafvoer te versnellen en zo landbouw mogelijk te maken tot tegen de rivieroever. Het volledige gebied droogde hierdoor uit zodat de moerassige kern van het Hageven veel kleiner werd. Deze foute ingreep uit vroeger tijden is nu gedeeltelijk hersteld. In 2008 werden 10 meanders uitgegraven. Het water blijft zo langer opgehouden in het natuurreservaat, zodat het opnieuw natter blijft, wat de kwaliteit van de natuur verhoogt en de Dommel zelf als biotoop voor vis, planten en macrofauna ook verbetert. Ook landschappelijk is het een hele verbetering. De wandelaar ziet nu een rivier zoals ze er eigenlijk moet uitzien: kronkelend in lange lussen.
Omdat het Hageven zo'n belangrijk en groot gebied is wordt het beheer gedaan door meerdere conservatoren.